De verzorging die een alpaca nodig heeft is minimaal. Eenmaal per jaar, in het voorjaar, moeten zij geschoren worden. Dit is goed voor de algehele conditie en het voorkomt hitte stress tijdens heel warme zomers. Door de wol eraf te halen blijven de dieren ook schoner en zijn beter te controleren op eventuele huid aandoeningen, zoals bijvoorbeeld schurft. Het dekken van merries wordt gemakkelijker als de wol eraf is en het pasgeboren veulen kan beter bij haar moeder drinken. Zelf kun je beter in de gaten houden of het veulentje ook werkelijk melk naar binnen krijgt.
Tijdens de scheerbeurt kunnen meteen de hoefjes bijgeknipt en de tanden geslepen worden. Bij jonge hengsten is het aan te raden meteen de vechtkiezen te verwijderen. Deze kunnen n.l. bij een eventuele vechtpartij schade aanrichten aan het andere dier.
Afhankelijk van de grootte van de kudde en de algehele conditie van de dieren is het aan te raden de dieren minimaal een keer per jaar in te enten tegen wormen en clostridia (darmbacteriën).
Het kan weleens gebeuren dat een jong veulen niet helemaal fit oogt (meestal in het najaar of in de winter). Dan is het goed om het jong een injectie te geven met 1 – 2 cc vitamine D (te verkrijgen bij de dierenarts) en dit te herhalen totdat het weer levendig wordt. Ook is het verstandig het diertje dan te controleren of ze voldoende melk krijgt van de moeder. Is dit niet het geval dan zal het bijgevoerd moeten worden met de fles. Het beste is kleine hoeveelheden te geven om de maag niet te overbelasten.
Wat voedsel betreft eten de alpaca’s gras en fijn hooi. Daarnaast geven wij een speciaal voor alpaca’s uitgebalanceerde mineralenbrok. Deze combineren wij in de winter met een eiwitkorrel, die wat extra’s geeft als het gras niet optimaal meer is. Daarnaast voeren we de drachtige en zogende merries wat bietenpulp bij, zowel ‘s zomers als ‘s winters.